Beste sporter of sportouder,
Op deze site kun je vragen beantwoorden over je gezondheid en de sport die je beoefent of wilt beoefenen. Volwassenen kunnen dat voor zichzelf doen of voor hun minderjarig kind. De vragen beantwoorden duurt vijf tot tien minuten.
Na het verzenden van je antwoorden kom je te weten of een medisch onderzoek in jouw geval niet nodig, nuttig of nodig is. Zo’n onderzoek is niet verplicht, behalve als je sportorganisatie een medisch geschiktheidsattest eist. Als dat zo is, dan kun je dat aanvinken.
Dit onderzoek is zowel voor niet-professionele competitiesporters gemaakt als voor wie alleen voor de ontspanning of gezondheid sport.
De vragenlijst en het medisch onderzoek dat daarmee samenhangt zijn gebaseerd op wetenschappelijke gegevens. Het gaat om een samenwerking tussen de vereniging van Sport- en Keuringsartsen, Gezond Sporten Vlaanderen, sport.vlaanderen en de Vlaamse minister van Sport.
Laten we beginnen!
Integendeel. Het staat vast dat sporters gemiddeld gezonder zijn en langer leven dan mensen die te weinig bewegen. Sporten beschermt niet alleen tegen allerlei ziekten, maar verbetert ook de levenskwaliteit van mensen die al een aandoening hebben, zoals hartproblemen, suikerziekte of kanker. Zo kan de combinatie van voldoende lichaamsbeweging en gezonde voeding type 2-diabetes voorkomen, onder controle houden en soms zelfs genezen!
Als je intensief sport, dan loop je tijdens die sportactiviteit iets meer risico op een hartstilstand doordat je hart zware arbeid moet leveren. Toch is dat risico nog altijd heel klein. Belangrijker is welk risico je loopt in alle uren dat je níet sport. Wel, als je regelmatig sport, dan verlaag je het risico op hartproblemen aanzienlijk! Wie nooit sport, kan natuurlijk ook geen hartstilstand krijgen tijdens het sporten, maar loopt in het algemeen wel een veel hoger risico op hartproblemen dan mensen die wél sporten. De voordelen van sporten wegen dus op tegen de risico’s, voor je hart én je hele lichaam.
In ons land sterven jaarlijks enkele tientallen jonge mensen tijdens of kort na het sporten. Meestal hadden die sporters al een hartkwaal, maar waren ze zich daar niet van bewust. Zo’n verborgen hartprobleem kan in veel gevallen met het sportmedisch onderzoek aan het licht worden gebracht.
Een hartstilstand kan totaal onverwacht optreden, maar vaak hadden de slachtoffers vooraf toch klachten als hartkloppingen, pijn op de borst, onverklaarde duizeligheid of flauwvallen. Pas dus op voor die symptomen! Heb je daar ooit last van gehad, ga dan zeker op medisch onderzoek voor je sport!
Nee, niet meer dan andere intensieve sporten. Competitievoetbal en -wielrennen zijn gewoon heel populaire sporten en komen dus vaak in de media, ook als het misgaat. Daardoor lijken ze gevaarlijker.
Vanaf zes jaar kan een onderzoek nuttig zijn. Dat komt goed uit, want zes jaar is ook de leeftijd waarop veel kinderen beginnen te sporten. Vóór die leeftijd is sportmedisch advies alleen nodig voor kinderen die al een ziekte hebben, zoals een hart- of longprobleem of een aangeboren aandoening.Een hartonderzoek met een hartfilmpje (ecg of elektrocardiogram) is meestal pas nuttig vanaf 14 jaar, en daarna om de vier jaar, tenzij er redenen zijn om dat vaker of op jongere leeftijd te doen. De sporter of de ouders vullen het best de vragenlijst op www.sportkeuring.be in om te kijken of een onderzoek raadzaam is.
Het onderzoek gaat over het hele lichaam: het hart, de longen, de spieren en gewrichten, de stand van de ledematen, de zintuigen, het zenuwstelsel, lengte en gewicht, lichaamssamenstelling enz. Er hoort ook een gesprek over persoonlijke en familiale risicofactoren bij.
Bij bepaalde leeftijdsgroepen wordt een hartfilmpje gemaakt. De arts gaat ook na of je een verhoogd risico op een of andere blessure hebt, afhankelijk van de sport die je hebt gekozen. Om de twee jaar wordt ofwel een hartfilmpje of een specifiek orthopedisch onderzoek uitgevoerd. In geval van bepaalde risicofactoren kunnen nog andere onderzoeken plaatsvinden. Ook sommige sportfederaties vragen extra onderzoeken om aandoeningen op te sporen die in hun sport belangrijk zijn.
Het onderzoek hangt dus af van je leeftijd en geslacht, het type sport en de intensiteit ervan, en van je persoonlijke situatie. Na het onderzoek krijg je een verslag, sportadvies op maat en eventueel oefeningen mee naar huis.
Zelden of nooit. Het onderzoek dient niet alleen om mensen goed te keuren of af te keuren; het levert vooral een medisch advies op dat jou in staat stelt zo gezond mogelijk te sporten. Als tijdens het onderzoek een probleem wordt vastgesteld dat niet gauw kan worden opgelost, dan kun je in overleg met de arts haast altijd een sportactiviteit vinden die wél geschikt is.
Je arts kan je ook raad geven om blessures te voorkomen. Soms kan dat met simpele maatregelen, zoals steunzooltjes dragen. In andere gevallen is meer gespecialiseerd onderzoek of een behandeling nodig, voor je kunt sporten.
Er bestaat een klein risico dat de arts iets schijnbaar afwijkends ontdekt wat na verder onderzoek toch geen probleem blijkt te zijn. Dat proberen we te vermijden, maar "better safe than sorry".
Bijna 300 artsen uit heel Vlaanderen, sportartsen meestal, kunnen het onderzoek van deze website uitvoeren. Na het beantwoorden van de vragen kun je een arts in jouw buurt kiezen.
Je kunt je ook door een andere arts laten onderzoeken. Als je geen lid bent van een sportorganisatie of als jouw sportorganisatie het goed vindt dat je om het even welke arts kiest, dan is dat prima. Wel is het zo dat de artsen met wie wij samenwerken, de software hebben om je antwoorden op de vragen van sportkeuring.be automatisch te verwerken. Alle deelnemende artsen worden door de vereniging van Sport- en Keuringsartsen begeleid en opgeleid, wat voor jou een bijkomende garantie is dat je het best mogelijke onderzoek krijgt.
Sommige sportfederaties werken met een beperkte lijst van (sport)artsen. In dat geval mogen alleen die het onderzoek uitvoeren. Je club of federatie zal je de lijst ter beschikking stellen.
Elke huisarts kan en mag een sportmedisch onderzoek doen. Sommige huisartsen werken al met ons systeem en hebben er een opleiding voor gevolgd. Als dat voor jouw huisarts geldt, dan staat die in de lijst waaruit je na het beantwoorden van de vragen een arts kunt kiezen. Naarmate meer sportfederaties sportkeuring.be gebruiken, zijn er meer huisartsen nodig die het systeem toepassen. Voorlopig doen vooral sportartsen mee. Dat zijn er honderden.
Sporters voor wie een onderzoek nuttig is, kunnen zich het best om de twee jaar laten onderzoeken. Afwisselend krijg je dan een uitgebreid hartonderzoek met hartfilmpje of een grondig bewegingsonderzoek (orthopedisch onderzoek). Sommige federaties, zoals de wielerbond, vragen een jaarlijks onderzoek. Als je geen lid van een sportfederatie bent, dan kun je altijd uit jezelf een nieuw onderzoek overwegen. Er zijn ook sportfederaties die leden van een bepaald geboortejaar willen laten onderzoeken. Dat heet ‘cohortonderzoek’. De federaties bepalen dan in overleg met ons wie wordt onderzocht en hoe vaak dat moet gebeuren.
Ja. Als het onderzoek oké is, dan krijg je een ‘sportpaspoort’ in drie talen waarmee je kunt deelnemen aan sportactiviteiten waarvoor een medisch geschiktheidsattest nodig is, zoals Monventoux. Let op: het attest geldt alleen voor de sport waarvoor je bent goedgekeurd. Verschillende sporten, verschillende eisen. Voor de duiksport worden andere aspecten onderzocht dan voor pakweg langeafstandslopen. In Italië en Frankrijk heb je voor de meeste fiets- en hardloopevenementen een medisch attest nodig.
Het is de intensiteit die telt. Sommige hobbysporters sporten harder dan competitiesporters. Ook als je alleen voor je plezier of je gezondheid sport, is het dus nuttig om de vragenlijst in te vullen.
Helemaal zeker ben je nooit. Maar je hebt dan wel gedaan wat nodig is om eventuele risico’s maximaal te beperken. Het sportmedisch onderzoek en het gesprek met de arts dat daarbij hoort, houden rekening met jouw gezondheid en met de risico’s van de sport die jij hebt gekozen.
Onze artsen zijn opgeleid om het sportmedisch onderzoek volgens de regels van de kunst uit te voeren. Ze onderzoeken ook niet alleen je hart, maar je hele lichaam. Als de arts een probleem vaststelt dat gespecialiseerd onderzoek vergt, dan word je zeker naar een cardioloog of een andere gespecialiseerde arts verwezen.
Nee, tenzij je sportfederatie dat vraagt. Wil je zelf zo’n inspanningstest – dat kan nuttig zijn om doeltreffender te trainen – dan kun je dat vragen en op een later moment een inspanningstest krijgen, als je daarvoor geschikt bent bevonden tijdens het sportmedisch onderzoek.
Nee, al kan een short handig zijn.
Het onderzoek duurt 30 tot 40 minuten. De arts bepaalt zelf de prijs, maar doorgaans bedraagt die 60 tot 80 euro.
Niet door het Riziv, maar sommige ziekenfondsen kunnen wel (gedeeltelijke) terugbetaling regelen. Vraag het aan je ziekenfonds.
Sommige clubs organiseren deze onderzoeken in groep. Informeer bij je club of bij de clubarts.
De sportbonden beslissen dat. Ook sommige organisatoren van sportevenementen, zoals Monventoux, vragen kandidaat-deelnemers een medisch geschiktheidsattest. In andere sporten is een onderzoek niet verplicht, maar wordt het wel aangeraden. Nog andere federaties geven geen advies op dit vlak. Je kunt altijd voor jezelf of je kind beslissen of je een onderzoek wil. De vragenlijst invullen is sowieso een goed idee.
Je kunt alles bespreken wat verband houdt met je medische geschiktheid om te sporten, lichamelijke maar ook psychische kwesties. Als je bijvoorbeeld vragen hebt over stress, competitiedruk of de omgang met trainers, dan kun je dat bespreken. Een goed onderzoek kost tijd. Voor vragen die niets met sport te maken hebben, moet je een aparte afspraak maken.
Als je op dit moment al een sportletsel hebt of je vermoedt dat, laat dat dan vooraf weten, wanneer je een afspraak maakt met je arts. Voor sommige letsels is een apart onderzoek nodig dat tijd vergt en misschien niet met het sportmedisch geschiktheidsonderzoek kan worden gecombineerd.
Nee. Zoals een ouder verantwoordelijk is voor het kind, zo staat de arts in voor de kwaliteit van het onderzoek en de documenten die worden afgeleverd.
Dat hangt van de sportfederatie af. Van sommige organisaties moet elk attest jaarlijks vernieuwd worden. Voor de meeste sporten is een controle om de twee tot vier jaar voldoende, tenzij je vroeger klachten krijgt die met je sport te maken kunnen hebben.